De Pers bericht over een lesbisch gemeenteraadslid van de ChristenUnie die wegens gebrek aan steun opstapt:
Het enige gemeenteraadslid van de ChristenUnie in Wageningen is opgestapt vanwege haar geaardheid. Monique Heger heeft donderdagavond bekendgemaakt dat ze ontslag neemt als volksvertegenwoordiger in de gemeenteraad ‘wegens persoonlijke omstandigheden’. Heger is enige tijd geleden een relatie aangegaan met een vrouw, licht de partij het ontslag toe.
Een deel van haar steunfractieleden en bestuur liet weten moeite te hebben met ‘deze nieuwe situatie’ nadat Heger om hun mening had gevraagd. Heger zou daaruit zelf de conclusie hebben getrokken dat zij als raadslid geen volledig draagvlak heeft bij de mensen met wie zij een team vormt. “Dat is jammer, maar ik heb hier wel begrip voor”, zegt Heger op de lokale website van haar partij. “Uiteindelijk gaat het mij niet om mijzelf, maar om de politieke standpunten van de ChristenUnie. Daar moet je met elkaar voor kunnen gaan.”
En dat doet me denken. Hier hebben we iemand die de normen en waarden van haar partij onderschrijft, maar door haar geaardheid zich toch geroepen voelt het gemeenteraad lidmaatschap op te geven omdat deze normen en waarden nu eenmaal een zekere vijandigheid tegenover homosexualiteit met zich meebrengen. Mijn vraag is, waarom staan we het nog toe dat dit zo is, of erger, waarom staan we in Nederland een partij toe, de SGP, die discrimineert op geslacht?
Natuurlijk moet er ruimte zijn binnen het politiek stelsel voor partijen van alle soorten overtuigingen: Christelijk, conservatief, liberaal, communistisch, socialistisch, maar tegelijkertijd vind ik dat we op zijn minst kunnen eisen dat deze partijen zich houden aan artikel 1 vand e grondwet: niet discrimineren.