Buma/Stemra kan me de kont kussen

Buma/Stemra, da’s die louche kopijrechten organisatie die denkt dat ze de politie is, zich profileert als de kruisridder voor het onrecht dat de arme artiest wordt aangedaan maar in de praktijk zich vooral lijkt bezig te houden met wat de grote platenmaatschappijen e.d. goed vinden en daarom dus maar blogs met liefde voor muziek de nek om probeert te draaien. En waarom? Omdat ze wel eens Youtube videos embedden! Niet eigen videos uploaden of iets, maar gewoon zoals iedereen de embed functie van Youtube kennen en gebruiken.

Te achterlijk voor woorden toch?

Bonus BuSte pesten Youtube clip:

Benney Neyman overleden

Mijn muziek was het nooit, maar mijn vader vond hem altijd wel goed. Thuis ging vroeger op zondagmiddag Het Zwarte Goud dan ook vaak op de platenspeler. Toch een stukje jeugd dat nu weg is. He volgende lied van hem is er zo een die er in je jonge jaren is ingestampt, zodat je het nooit vergeet, ook al zongen wij het altijd als “emmertje koe”:

“Ik beloof plechtig, minstens 1 maal per week spruitjes te eten…”

Als Eric éénmaal op dreef is, dan kan hij het ook &7eacute;cht goed zeggen. Hier heeft hij het over minister Hirsch Ballin’s nieuwe plannetje om nieuwe burgers een eed van verbondenheid te laten af leggen:

Voor wie leg je die verklaring immers af? Voor degenen die zo ongelooflijk aardig zijn geweest om je een paspoort te geven en je zogenaamd als een van hen te verwelkomen. Maar meer dan dat geeft het mij het gevoel dat de superioriteit van onze cultuur en waarden nog eens nederig toegegeven moet worden door de nieuwe Nederlander.

Het suggereert bovendien dat de oorspronkelijke cultuur en waarden door de nieuwe Nederlander worden ingeruild voor een beter setje. Met andere woorden: de Nederlandse cultuur is de beste en er is geen enkele reden om er iets aan te veranderen.

Het is de benepenheid van de vijftiger jaren: onze cultuur is de beste en alles wat naar verandering riekt moet hardop en zo vaak mogelijk afgewezen worden. Ik ben benieuwd wanneer er ingevoerd gaat worden dat er in openbare instellingen met kantine tenminste vier van de vijf aangeboden gerechten stamppotten met draadjesvlees moeten zijn.

De spruitjeslucht dampt er inderdaad vanaf; en ik hou van spruuten, maar dit gaat te ver.

Hoeveel Afghaanse burgers hebben onze jongens al vermoord?

Niemand die het weet, want de regering ziet het bijhouden van hoeveel burgerslachtoffers er vallen bij de gevechten die het Nederlandse leger levert met de zogenaamde Taliban (een misnoemer, maar dat terzijde). Afgelopen dinsdag werd dit weer eens in De Pers bevestigd:

De regering ziet het niet als de taak van de militairen om burgerdoden te tellen, zegt minister Verhagen van Buitenlandse Zaken. Het parlement krijgt geen informatie over Afghaanse burgerslachtoffers en vindt dit geen prioriteit. ‘Onze militairen zijn geen rapporteurs of journalisten.’

Ten minste 157 vuurgevechten hebben de Nederlandse militairen geleverd, sinds het begin van de missie in Uruzgan in maart 2006. Zeker 50 lasergeleide bommen van 500 pond wierpen Nederlandse gevechtsvliegtuigen af. Dat blijkt als je de gevechtshandelingen op de website van het ministerie van Defensie turft.

‘Vermoedelijk zijn daarbij aan de zijde van de tegenstanders slachtoffers gevallen’, meldt het ministerie steevast onderaan berichten over de gevechten in Afghanistan. Weet het ministerie dat dan niet zeker? En dan wel met zekerheid stellen dat het allemaal tegenstanders waren die door de Nederlanders zijn bestookt? Of zaten er misschien ook Afghaanse burgers tussen?

De regering lijkt te geloven dat zolang we geen burgerslachtoffers zien (omdat we er niet naar op zoek gaan), ze er ook niet zijn en er dus geen probleem is. bovendien vallen er altijd onschuldige slachtoffers in een oorlog en is het allemaal de schuld van de Taliban door zich tussen burgers te verschuilen…

In de Ban van Fortuyn – Jutta Chorus en Menno de Galan

De omslag van In de Ban van Fortuyn


In de Ban van Fortuyn
Jutta Chorus en Menno de Galan
344 pagina’s met index
Uitgegeven in 2002

Toen Pim Fortuyn werd vermoord op 6 mei 2002 was dit de eerste politieke moord in Nederland sinds de zeventiende eeuw. Het was dus met recht het eind van een tijdperk, de dag dat de politiek haar onschuld verloor. De moord zette een veranderingsproces op gang wat nog steeds niet is afgelopen. Volkert van der G., Fortuyn’s moordenaar, dacht met zijn daad het land te bevrijden van een gevaarlijk man, maar het enige waar hij echt in is geslaagd is van Fortuyn een martelaar te maken. Fortuyn werd een symbool voor iedereen die eng rechts was, een vlag waaronder veel vieze dingen, ook dingen waar Fortuyn het niet mee eens zo zijn geweest, verkocht konden worden. En alhoewel het “Fortuynisme” en de LPF bijna geheel uit de politiek zijn verdwenen leeft die erfenis van Fortuyn nog steeds voort.

In de Ban van Fortuyn begint terecht met de dag van zijn moord en de nasleep daarvan, waarna een sprong terug in de tijd wordt gemaakt naar Fortuyn’s jeugd en vroege carrieré. Vandaar wordt Fortuyn op de voet gevolgd door zijn turbulente leven, zijn tijd als politicus en uiteindelijk zijn moord en wat er daarna gebeurde met zijn partij. De auteurs zijn twee bekende journalisten die Fortuyn al vanaf het begin van zijn carrieré hadden gevolgd en sympathiek tegenover hem stonden, wat niet betekende dat ze het automatisch eens waren met zijn ideologie en denkbeelden.

Zelf ben ik niet zo’n fan van Fortuyn. Hij was nu eenmaal een rechtse populist met enige neiging naar Islamfobie, in een periode waarin dit vuurtje echt niet meer hoefde te worden aangewakkerd. Ik ben nog nooit zo opgelucht geweest als toen het bekend werd dat zijn moordenaar een blanke dierenactivist was; als het een voortijdige Mohammed B. kloon was geweest dan hadden we echte rassenrellen gehad en niet alleen een fikkie in de parkeergarage van de Tweede Kamer.

Maar wie was Fortuyn nu eigenlijk? Volgens In de Ban van Fortuyn kwam hij in ieder geval uit een kleinburgelijk, provinciaal, Katholiek gezin en was hij vanaf het begin altijd iemand die in het middelpunt van de belangstelling moest staan. Fortuyn studeerde sociologie, rechten, geschiedenis en economie in Amsterdam, kreeg begin jaren tachtig een baan als leraar aan de universiteit in Groningen waar hij Marxistische sociologie onderwees, waar hij langzaam politiek verschoof van het in de mode zijnde linksradicalisme naar de PvdA. In 1986 volgde een benoeming als researcher voor de Sociaal-Economische Raad en drie jaar later werd hij zelfs directeur van de OV-Studentenkaart BV. daar vetrok hij toendertijd met een fikse ruzie, om uiteindelijk als voltijd Elsevier columnist en afterdinner speaker te eindigen. Hierdoor en door zijn vele boeken werd hij langzamerhand een bekende Nederlander, in ieder geval in politieke en zakenkringen, iemand die steeds vaker werd gevraagd om rechts-liberale standpunten te komen verdedigen in de vele discussieprogramma’s die Nederland rijk is.

Maar zijn invloed bleef voorlopig beperkt en hij stonds zelfs bekend als een beetje een loser, die keer op keer goede betrekkingen verloor omdat hij te eigenwijs was en niet zo goed met anderen kon samenwerken. Ondertussen jeukte het bij hem om echt
iets groots te presteren.

En toen was daar Leefbaar Nederland, de partij van Jan Nagel en Henk Westbroek die was ontstaan uit hun succesvolle lokale partijen in Hilversum en Utrecht, partijen die zich afzetten tegen de gevestigde politiek en daar zoveel succes meehadden dat “leefbaar”partijen overal als paddestoelen uit de grond sprongen. Toen deze partijen bij de lokale verkiezingen dan hun beloftes waarmaakten en de grote winnaar werden van de verkiezingen waren de verwachtingen dan ook hooggespannen…

Voor de landelijke verkiezingen was echter wel een leider nodig en dat werd dus Fortuyn, die met de gemeenteraads verkiezingen in Rotterdam al gelijk de Leefbaar partij daar aan een forse overwinning had geholpen. Desondanks stond de top van LN, zo maken de auteurs duidelijk, eerst huiverig tegen het idee om Fortuyn bij de partij te halen; pas toen duidelijk was dat hij een stemkanon van formaat zou zijn werd hij echt gevraagd. Dat gebeurde in november 2001 en ondmiddelijk schoot Leefbaar Nederland omhoog in de peilingen. De tijd was rijp voor een nieuwe, charismatige partij, want de kiezer had genoeg van de grauwe jaren negentig en de arrogantie van de “grote vier”: CDA, PvdA, VVD en D66. Met Fortuyn leek LN die partij te zijn.

Het sprookje duurde niet lang, want al snel ging Fortuyn iets te ver voor de LN top, met zijn voornemen om artikel 1 uit de Grondwet te schrappen als dit artikel hem zo beletten de Islam een “achterlijke godsdienst” te noemen.

Dus toen stichte Fortuyn maar zijn eigen partij, de Lijst Pim Fortuyn en zoals we weten werd deze de op één na grootste partij in de Tweede Kamer bij de verkiezingen van mei 2002. Voor hemzelf kwam het te laat, maar de overwinning voor zijn ide&eulm;n en tegen de oude politiek leek compleet.

Maar ja, de LPF bleek als snel minder een partij en meer een verzameling dorpsgekken te zijn, die met alles en iedereen, inclusief zichzelf, ruzie kregen. Het was een mooie soap, die paar maanden dat ze in de regering zat, maar het toonde aan dat zonder Fortuyn zelf zijn beweging niks kon. Bij de volgende verkiezingen verloren ze het merendeel van hun zetels weer, modderden nog een paar jaar verder maar na de dramatisch verloren verkiezingen van 2006 hieven ze zichzelf maar op. Tot zover het Fortuynisme.

Wat er nu uiteindelijk overbleef van de erfenis van Fortuyn, is onduidelijk. De beweging die hij in gang heeft gezet is op sterven na dood, en zijn roep voor een nieuwe politiek is in de kiem gesmoord. Wat is overgebleven is, helaas, de ongenuanceerde afkeer van de Islam waarmee Wilders nu zo scoort…