Dries van Agt: respect!

Hij was een hele tijd terug al eens op het NOS acht uur journaal om zijn afschuw uit te spreken over het onrecht dat de staat Israel de Palestijnse bevolking blijft aandoen. Het had daarbij kunnen blijven, maar vandaag doet Dries van Agt een stap verder, door een persoonlijke website te lanceren over dit onderwerp:

Vandaag, op de Dag van de Rechten van de Mens, lanceert Dries van Agt www.driesvanagt.nl: zijn persoonlijke website over het Israëlisch-Palestijnse conflict. Op deze website geeft de oud-premier informatie over de rechteloosheid die dit conflict beheerst, intussen al tientallen jaren achtereen. De uitgebreide site bevat o.a. pagina’s met Van Agt’s opinieartikelen, zijn maandelijkse column, kaarten, foto’s en leestips.

Dries van Agt lanceert zijn website om uiting te geven aan zijn verontwaardiging over het gebrek aan politieke wil, ook in Nederland, om op te komen voor het internationale recht en de mensenrechten in het conflict tussen Israël en de Palestijnen.

Deze kritiek staat ook centraal in zijn opinieartikel vandaag in de Volkskrant. Daarin hekelt Van Agt dat minister Verhagen zich niet aan het grondbeginsel van zijn eigen mensenrechtenstrategie houdt. “In zijn beleid geeft hij er volstrekt geen blijk van dat mensenrechten universeel zijn, want om de rechten van de Palestijnen bekommert hij zich niet. We moeten ook kritisch durven zijn tegenover bondgenoten, zegt Verhagen. Maar jegens Israël krijgt hij geen kritiek over zijn lippen, laat staan dat hij iets onderneemt om Israël aansprakelijk te stellen”, schrijft Van Agt in reactie op een recent opinieartikel van de minister van buitenlandse zaken, waarin die het Nederlandse Midden-Oosten beleid uiteen zette.

Een tweede reden om de website te lanceren heeft te maken met de kwalijke bejegening die personen en organisaties in ons land niet zelden te verduren krijgen, wanneer zij hun stem tegen het onrecht verheffen dat de Palestijnen wordt aangedaan. “Besmeur de boodschappers, zo luidt het consigne blijkbaar. Dikwijls zijn mijn woorden verdraaid en mijn bedoelingen opzettelijk miskend. Op deze website kunt u lezen wat ik werkelijk heb gezegd en geschreven”, aldus Van Agt.

Het feit dat juist iemand als van Agt –zeer zeker geen lid van de “linkse kerk” of te bestempelen als reflexmatig anti-Israelisch– de moeite neemt om op te komen voor het Palestijnse volk is ontzettend belangrijk. Van Agt is een stuk moeilijker te besmeuren dan iemand als Anja Meulenbelt en daarnaast geeft het hoop dat een conservatief Christen als van Agt, die jarenlang instinctmatig pro-Israelisch was, overtuigd kan raken van het leed dat de Palestijnen wordt aangedaan. Daarom alle hulde aan van Agt voor het nemen van deze stap.

De Snuffelstaat – Buro Jansen en Janssen

Omslag van De Snuffelstaat


De Snuffelstaat
Buro Jansen en Janssen
223 pagina’s (inclusief index)
Uitgegeven in 2002

Buro Jansen en Janssen –uiteraard vernoemd naar het beroemde detective duo uit Kuifje— is een links onderzoeksbureau opgericht om de verschillende Nederlandse politie en inlichtingendiensten in de gaten te houden. Daarnaast houdt het zich ook in het meer algemeen bezig met het volgen van wetgeving op het terrein van burgerlijke vrijheden. Het werd opgericht in 1984, in een periode dat o.a. de krakersbeweging, maar ook andere linkse groeperingen, steeds meer te maken kregen met politie onderzoeken en spionage door de inlichtingendiensten, als een soort tegenwicht door informatie over deze praktijken te verzamelen en te publiceren. Sindsdien heeft het een goede reputatie opgebouwd als vraagbaak op dit gebied, door zowel zelf te publiceren als door journalisten te assisteren die over deze onderwerpen schrijven.

De Snuffelstaat is één resultaat hiervan, een overzicht van hoe de belangrijkste Nederlandse spionage organisatie, de AIVD (Algemene Inlichtingen en Veiligheids Dienst, voor 2002 de BVD, Binnenlandse Veiligheids Dienst) functioneert en wat haar invloed is op de politiek als ook op de gewone burger. Zowel het werk als de methoden van de AIVD komen aan bod, als de wetgeving waarin deze taken zijn vastgelegd, maar ook de banden die het heeft met andere inlichtingen- en veiligheidsdiensten in binnen- en buitenland.

Dit leest niet altijd even lekker weg. Veel van de behandelde stof is nu é&eacutenmaal, ook voor geinteresseerden, nogal droog. Maar ja, dit is dan ook niet bedoeld als een sensatiestuk of zelfs maar een polemiek tegen de AIVD . De auteurs zien de noodzaak van de AIVD in, zolang deze maar goed omschreven taken en bevoegdheden heeft en de wetgeving maar duidelijke grenzen stelt aan het functioneren ervan. Het probleem is echter dat dit helaas niet het geval is. Zowel de taakstellingen van de AIVD als de instrumenten die het kan gebruiken om haar taken te vervullen zijn doelbewust zo vaag mogelijk gehouden in de huidige wetgeving, zonder al te veel aandacht voor privacy of andere burgerrechten.

De Snuffelstaat werd geschreven naar aanleiding van de nieuwe wetgeving over inlichtingendiensten die dat jaar van kracht werd. Het is hierdoor wat verouderd, doordat het uitkwam voor de moord op Pim Fortuyn en de opkomst van het zogenaamde “Islamitisch terrorisme”. De indruk die je krijgt bij het lezen van dit boek is dat de verschillende veiligheids- en inlichtingendiensten sinds het einde van de Koude Oorlog naarstig op zoek zijn geweest naar nieuwe dreigingen om hun bestaan te rechtvaardigen, zonder al te veel succes. Met de moord op Fortuyn en alles wat daarna gebeurde kregen ze deze bedreiging in de schoot geworpen, hoewel ze toendertijd dit helemaal niet zagen aankomen…

Het beeld dat De Snuffelstaat geeft is er dus nog steeds één van een dienst op zoek naar een dreiging, terwijl de AIVD deze ondertussen al heeft gevonden in terrorismebestrijding. Desondanks blijft dit een bruikbaar naslagwerk, omdat in brede zin de werking van de dienst en de banden die ze heeft met andere diensten niet zoveel is veranderd.

Wat is Wilders toch een zielig ventje

Geertje Wilders

Wilders de laatste vijf jaar: Moslims dit, Islam dat, geen nieuwe moskees, geen Moslim migranten, de minister is “knettergek”, verscheur de Koran, etc. etc. Wilders vandaag, nu iemand eindelijk eens wat tegengas geeft aan hem en zijn geblaat:

Hoewel voorzitter Doekle Terpstra van de HBO-raad wat „gas terugneemt”, blijft PVV-leider Geert Wilders woedend over diens oproep om een tegenbeweging tegen hem te vormen. „Terpstra heeft gezegd dat ik het kwaad ben dat gestopt moet worden. Dan ben je niet goed bij je hoofd”, aldus Wilders dinsdag.

Hij verwijt Terpstra dat die een ‘fatwa’ (banvloek) tegen hem heeft uitgesproken. „Dan ben je een zieke geest.” Wilders spreekt ook van „een belediging van de PVV-kiezer”.

Zielig hoor. Hij kan dus gewoon echt niet tegen kritiek. Wilders heeft een grote bek en vindt dat iedereen dit moet slikken, maar kan zelf dus niet incasseren.

Scholierenprotest in Amsterdam

Peter Storm zegt het mooi, en voegt de daad bij het woord:

Dat een socialist zij aan zij staat met mensen die opkomen voor goede voorzieningen – in dit geval onderwijs, dat zo iemand opkomt tegen de onderdrukking van ene groep die voor haar rechten begint op te komen – dat was al een basisreden voor me om te gaan. Daardoorheen speelde vooral ook die woede: als jonge mensen zó behandeld worden door een ‘orde’ die voortdurend kakelt over respect maar voornamelijk belediging en minachtend geweld voor de jeugd in beweging heeft, dan horen ook oudere mensen daartussen te staan, om desnoods dat lot maar te delen, en diezelfde klappen en waterstralen te riskeren die de staat voor veertienjarigen in petto had en heeft.

De antwoorden van het antiglobalisme

Cover of Antwoorden van het antiglobalisme


De Antwoorden van het Antiglobalisme, van Seattle tot Porte Alegre

Dirk Barrez
262 pagina’s
uitgegeven in 2001

Toen in 1999 het WTO overleg in Seattle werd gesmoord in hevige protesten, werd het duidelijk dat een nieuwe, globale protestbeweging was gebeuren. De pers noemde deze beweging antiglobalisten; zelf spraken de actievioerders van andersglobalisme. Antiglobalisatie suggereert dat de beweging tegen alle vormen van globalisering was, terug wou kruipen achter hermetische landsgrenzen terwijl de protesten in feite waren gericht op één bepaalde vorm van globalisering waarin alleen economische belangen tellen.

Deze vorm van globalisering, die meestal wordt gezien als de enige vorm van globalisering, is gericht op het creëren van een werelwijde vrije markt vrij van enige handelsdrempels, waarbij alles wat bedrijven in de weg staat om handel te drijven, zelfs als daar goede redenen voor zijn, wordt gezien als een handelsdrempel. Dit is het soort globalisering dat wordt nagestreefd door organisaties als de G8, de World Trade Organisation en het International Monetary Fund. Globalisatie ten dienste van het bedrijfsleven, zonder aandacht voor andere belangen.

De ideologie hierachter is die van het radicale vrije markt denken. Alleen een compleet vrije markt, zonder handelsbarrières of andere beperkingen van de speelruimte van bedrijven kan welvaart brengen. Om dit te kunnen berijken moet dus zoveel mogelijk wet- en rgelgeving worden geschrapt, zodat het bedrijfsleven de maximale vrijheid heeft om zichzelf te ontplooien. In deze visie is geen rol weggelegd voor de overheid; deze moet zich zoveel mogelijk buiten de economie houden en zich zeker niet bemoeien met de internationale handel. En als dit niet gebeurd, als een land niet alle kunstmatige belemmeringen en overbodige regelgeving overboord gooit, dan zal dit land stagneren en verarmen. Rijkdom kan alleen worden gecreërd door de markt vrij te laten om haar ding te doen.

Maar in Seattle in 1999 nam een bonte verzameling van actievoerders -vakbonden, milieuactivisten, socialisten, feministen, anarchisten, boeren en vele anderen- afstand van deze visie, in protest tegen de World Trade Organisation conferentie die in de stad plaats vond. En ze protesteerden niet alleen, ze slaagden er in om de conferentie plat te leggen. Een nieuwe beweging was geboren, zo leek het. Natuurlijk bestond deze al langer, maar Seattle was het moment dat de beweging zelf globaliseerde.

Protesteren is goed, maar alleen protesteren is niet voldoende; er moet ook een visie worden ontwikkeld van hoe globalisering wel zou moeten. Hiervoor werd in 2001 het World Social Forum in Porte Alegre (Brazilië), opgericht, als een plaats waar de diverse groepen en mensen betrokken bij het antiglobalisme bij elkaar konden komen. Dirk Barrez was aanwezig op de eerste bijeenkomst en heeft toendertijd een groot aantal interviews afgenomen met bekende en minder bekende activisten. Deze interviews vormen de basis voor dit boek.

Dirk is een Belgische tv journalist, schrijver en activist; hij was in de jaren tachtig betrokken bij de Europese vredesbeweging, en ook actief op het gebied van ontwikkelingssamenwerking. Vanuit die achtergrond heeft hij zijn eigen visie over hoe de antiglobaliseringsbeweging zich zou moeten ontwikkelen. Dit is deels de reden dat hij naar Porte Alegre ging, om zijn visie verder te ontwikkelen en om andere activisten te vragen over hun ideën. In De Antwoorden van het Antiglobalisme probeert hij een breed overzicht te geven van dit alles, van hoe hij en anderen denken over een groot aantal zaken. De onderwerpen die in dit boek behandeld worden varieren dan ook van sociale gerechtigheid, landhervorming, het milieu, landbouw, globale democratie en hoe deze te bereiken, emancipatie, oorlog, enzovoort. Concrete plannen worden natuurlijk niet gegeven, de bedoeling hier is meer om een richting aan te geven.

Zelf was ik het niet helemaal eens met zijn visie, o.a. omdat hij het socialisme wel erg snel verwierp als antwoord op de globalisatie, maar als een introductie tot de breedschaligheid van de antiglobaliseringsbeweging en als denkstuk is dit boek zeker geslaagd.