Waarom Gent wel, maar Amsterdam niet?

Michel Vuijlsteke glundert –terecht– over het succes van Gentblogt. Het is niet alleen een uitstekend regionaal nieuwsblog, het slaagt erin een echte dialoog tot stand te brengen:

In september vorig jaar plaatste ik een foto van de dag online op Gentblogt, van de kerselaars op de Charles De Kerchovelaan, die samen met het alpenrotsuitntje dat ze omringen, binnenkort gaan sneuvelen. Zonder verder commentaar, gewoon de titel: “Vaarwel kerselaars”. Daar kwam een reeks reacties op – en let ook op de toon, en de manier van met elkaar spreken in die reacties.

Een maand later is het bevestigd en staat het in de actua: de buurt vraagt gratie voor de kerselaars.

Februari dit jaar: een actiecomité overhandigt een kleine zevenduizend handtekeningen om het parkje te houden.

Nu vrijdag: niets aan te doen, het gaat toch weg. Mensen zijn boos en verdrietig en geschokt (maar merk ook hoe het discours in de reactie nog altijd beschaafd blijft) – en dan, in de loop van vandaag, reageert de bevoegde schepen.

Een klein voorbeeld misschien, maar waarom kan dit in Gent wel en in Amsterdam niet? Tuurlijk, een blog als Amsterdam Centraal is een goed initiatief, maar het blijft “maar” een opinie blog, niet een blog dat op eenzelfde manier als Michel toont burgers, politiek en nieuwsmakers met elkaar in contact brengt, het is geen opiniemaker.

Stakende schoonmakers: respect

Ook bij het bedrijf waar ik op dit moment werk zijn de schoonmakers aan het staken en dat al een aantal weken lang. Uit solidariteit ruim ik mijn bureau niet meer op…



Maar alle gekheid op een stokje, ze hebben natuurlijk wel gelijk om te staken. Schoonmakers krijgen geen respect, hebben ook voor de crisis niet of nauwelijks meegedeeld in onze welvaart. Schoonmaken is voor bedrijven en overheid een kostenpost, die zo laag mogelijk moet blijven en dus worden de mensen die het moeten doen uitgeknepen. FNV Bondgenoten heeft, samen met de schoonmakers, een
witboek (PDF) opgesteld die de misstanden in de sector uitlegt, maar ook aangeeft wat en hoe het verbetert kan worden. Want het kan anders.

Dat weet ik uit eigen ervaring, omdat ik vroeger, toen ik als tiener vakantiegeld wou verdienen, een paar jaar op een camping heb gewerkt als schoonmaker. En op die camping werd ik met respect behandeld — sterker nog, de zoon van eigenaar hielp ook mee. Voor een camping zijn schone toiletten en douches etc natuurlijk van levensbelang, niemand wil op een smerige camping staan tenslotte. Dus werd het schoonmaken goed betaald en gerespecteerd. Ook door de gasten.

Dat moet toch ook nu nog kunnen?

Het moreel verval van het CIDI

Het CIDI, Centrum Informatie en Documentatie Israël, is natuurlijk nooit een neutrale organisatie geweest, maar zoals Abu Pessoptimist aangeeft was het ooit een lobby organisatie die nog enigzins de band met de werkelijkheid bezat. Maar van wat hij bij hun congres afgelopen woensdag heeft gezien, is dat allang niet meer het geval:

Het was al met al een wat wonderlijke ervaring, deze CIDI-happening. In het begin van de jaren 90 schreef ik eens, op basis van het feit dat ik zowel de oprichter Bob Levisson als directeur Ronny Naftaniël al heel lang heel goed kende, een portret van het CIDI voor het blaadje Hakehilla van de (orthodoxe) Joodse Gemeente. Het CIDI kwam er uit te voorschijn als een lobby-organisatie, maar een fatsoenlijke en ‘slimme lobby’ zoals de betreurde Maarten van Traa, destijds PvdA Kamerlid en buitenlandwoordvoerder, toen zei. Het CIDI, zo was de mening vrij algemeen, wist redelijk het midden te houden tussen Israëlische propaganda en de realiteiten (en werkelijkheidszin) van de Nederlandse politieke partijen. De waarheid werd niet al te erg geweld aangedaan, er werd veel aan dienstverlening (documentatie, het leveren van contacten en van sprekers) gedaan, discussie werd niet uit de weg gegaan. Met als gevolg dat er goede betrekkingen bestonden met bijna alle partijen (behalve, denk ik, met de SP, die toen nog klein was). Een ‘polderlobby” noemde ik het CIDI destijds.
Maar de sfeer van het symposium van afgelopen woensdag was allerminst die van een polderlobby. Veel bekende gezichten van de VVD (onder andere Weissglas en Van Baalen) in mindere mate kopstukken van het CDA, maar – wat totaal ontbrak waren vertegenwoordigers van de linkerzijde van het spectrum. Geen PvdA, Groen Links of SP, zelfs geen prominenten van D66 was er voor zover ik kon zien. En dan het publiek: overwegend 55 plus, zoniet 60 plus, op een groep jongeren na – de zogenoemde CIDI-jongeren of CiJo die er als het ware beroepshalve bij was. Onder dit grotendeels oude publiek waren Joden uit de ‘upper class’ sterk oververtegenwoordigd en ontbraken – merkwaardig genoeg voor een deel bestuurders van Joodse organisaties, met name jongere bestuurders waren geheel afwezig.
Als dat al niet aangaf dat de belangstelling voor het CIDI een wat eenzijdig karakter heeft gekregen in de afgelopen jaren, dan werd dat wel geïllustreerd door de sprekers.Onno Hoes, de nieuwe voorzitter, onderscheidde zich in zijn maidenspeech vooral door het etaleren van een dosis naïef enthousiasme, waarin hij liefde voor het heilige land etaleerde, vertelde dat hij zich pas anderhalf jaar geleden in de materie was gaan verdiepen en dat hem tijdens een bezoek aan Israël aan de hand van zijn voorganger Manheim duidelijk was geworden dat de mensen daar ‘gewoon willen werken en leven en niets te maken willen hebben met oorlog’. Wellicht kan iemand hem een keer meenemen naar de andere kant van de Groene Lijn en hem wat bijpraten over de achterkant van de pagina’s tekst die hij de afgelopen 1,5 jaar heeft doorgenomen. Het lijkt me dat hij nog veel te leren heeft.

Mijn eigen ervaring, van de persberichten in de krant en de quotes in de nieuwsprogramma’s, is dat wat het CIDI tegenwoordig doet niet wezenlijk verschilt van een willekeurige “Israel uber alles” troll zoals je die op de Midden Oosten blogs aantreft. Alles wat Israel doet is goed, de Palestijnen zijn alleen maar terroristen en leugenaars en iedereen die kritiek heeft is automatisch de vijand en waarschijnlijk een nazi. Ze voegen niets toe aan enige discussie want er valt niet met hen te discusseren. Het CIDI niets meer en niets minder dan een propaganda machine voor de Israëlische regering met het doel oorlogsmisdaden goed te praten. Het feit dat er niet alleen Nederlandse politici op het congres van zo’n organisatie aanwezig zijn, maar ook Nederlandse ministers is verontrustend. Niet verrassend, maar wel verontrustend.

Verzet tegen rassenhaat en fascisme is altijd geoorloofd

Ik had het niet beter kunnen zeggen:

En klagen over een gewelddadige (en niet-bestaande) harde kern van gewelddadige mensen in AFA, zonder iets te zeggen over de inherente gewelddadigheid van de nazi-clubs waartegen AFA op een steeds vruchtbaarder manier actie tegen voert komt neer op een kant kiezen: tegen democratische actievoerders, en vóór antidemocratische fascistische groeperingen. De AIVD onthult hier vooral haar eigen autoritaire keuzes.

In de visie van de AIVD (en veel gemeentes) is een demonstratie die gericht is op het intimideren van bepaalde bevolkingsgroepen minder problematisch dan een demonstratie die zich tegen deze intimidatie verzet. Het wordt niet de fascisten verweten dat ze geweld gebruiken, maar de antifascisten die zichzelf ertegen verdedigen. En dat in de maand dat we het ultieme verzet tegen fascistische intimidatie en rassenhaat weer gaan herdenken.